Exterieur. De Bartholomeuskerk is een éénbeukige bakstenen kruiskerk, opgedeeld in twee schiptraveën, een viering met dwarsarmen en een koortravee, die oorspronkelijk recht afgesloten was. C. H. Peters  geeft in zijn boek ‘Oud Groningen Stad en lande’ uit 1921 aan dat naar aanleiding van het terugvinden van funderingen van twee halfronde uitgebouwde kleine altaar-absiden aan de oostmuur van het zuiderdwarspand het koor ook een dergelijke grotere abside heeft gehad. Maar hier is geen bewijs voor.  Aangezien het klooster van Aduard al in 1245 het patronaatsrecht van de kerk bezat zal de invloed van de Cisterciënzer monniken op de bouw groot geweest zijn.                   

De Bartholomeüskerk wordt gezien als één van de hoogtepunten van de laatromaanse stijl, ook wel romanogotiek genoemd. Deze stijl kenmerkt zich door rijk geprofileerd en versierd muurwerk, buiten correspondeert met binnen. Verder toont het spitsboogvensters, rondstaafprofielen, blindnissen  en spaarvelden. De Cisterciënzers hadden een voorliefde voor rechthoekige vormen. Aan de oostzijde van het zuiderdwarspand zijn bij de restauratie van 1937-’39 de funderingen van de eerder besproken halfronde absiden tot boven het maaiveld opgetrokken.

Bijzonder is het rondboogfries aan de bovenzijde van het muurwerk van de kerk waarvan de bogen rusten op figuurlijke in klei geboetseerde en gebakken draagsteentjes.  In de gotiek, midden vijftiende eeuw werd het koor van de kerk uitgebreid en voorzien van een vijfhoekige sluiting met grote ramen. Op de muren rondom de kerk staan nummers die de grafrijen aangeven.   

                                                                                                                                                                     

De sacristie, nu consistorie is een laatgotische, oorspronkelijk overwelfde aanbouw uit midden zestiende eeuw met kenmerkende raamtraceringen en een negentiende-eeuwse zoldering waarboven zich nog interessante muurdelen bevinden, zoals een gedichte doorgang naar een mogelijk vroeger oksaal  of doksaal.